Veel vrouwen klagen over toegenomen angst en/of stress tijdens de overgang. Ook paniekaanvallen komen voor en deze horen tot de minst bekende symptomen van de overgang. Uit onderzoek is gebleken dat er een verband bestaat tussen de overgang en psychische klachten, zoals stemmingswisselingen, angst, stress en paniek. Vooral in de eerste fase van de overgang komt dit nogal eens voor.
Wat kunnen symptomen zijn van een paniekaanval?:
– Je begint te zweten
– Je krijgt plotseling het gevoel dat de muren op je afkomen
– Je hebt opvliegers of je ervaart juist koude rillingen
– Je bent duizelig, je voelt je licht in je hoofd
– Je hebt het gevoel dat je niet in de werkelijkheid bent of dat je los staat van jezelf
– Je krijgt hartkloppingen
– Je bent bang om dood te gaan.
Sommige vrouwen krijgen dit tijdens het autorijden op de snelweg, terwijl ze het nooit eerder hebben gehad. Of op vakantie, tijdens een vergadering of in de schouwburg. Heel vervelend als dit je overkomt. En helemaal als je daarna angst gaat ontwikkelen om nog eens zo’n paniekaanval te krijgen.
De hormonen
Heb je voorheen nooit last van dit soort klachten gehad? Denk dan aan een vroege fase van de overgang. De boosdoeners zijn je dalende en/of fluctuerende vrouwelijke hormonen. Zelfs als je nog gewoon menstrueert kan dit voorkomen, want al zo’n 10 jaar vóór je laatste menstruatie beginnen de eierstokken minder hormonen te produceren.
Wat kun je er zelf aan doen?
Doe het rustiger aan, ga goed doseren en blijf dit ook doen als het goed gaat! Wees lief voor jezelf en gun jezelf een lekkere massage of gezichtsbehandeling.
Ga meer bewegen, je maakt dan het stofje endorfine aan wat je “zen” maakt.
Drink geen cafeïne houdende dranken, dit stimuleert namelijk de aanmaak van cortisol (dit is een zusje van adrenaline), hetzelfde geldt voor alcohol: in ’t begin wordt je er lekker rustig van maar bij de afbraak stimuleert het de aanmaak van cortisol.
Eet gezond en beperk de witte suikers en snelle koolhydraten.
Het belangrijkste: zoek professionele hulp, bijvoorbeeld bij een verpleegkundig overgangsconsulente (hier kun je vaak snel terecht).